Ontsluiting van het archief van de architectuurwerking van deSingel

Uit Tracks
Versie door Wim Lowet (overleg | bijdragen) op 4 feb 2021 om 12:58 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'De '''internationale kunstcampus deSingel''' speelde vanaf de jaren 1980 een belangrijke rol in de uitbouw van een architectuurcultuur in Vlaanderen, door de organi...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De internationale kunstcampus deSingel speelde vanaf de jaren 1980 een belangrijke rol in de uitbouw van een architectuurcultuur in Vlaanderen, door de organisatie van tentoonstellingen met buiten- en binnenlandse architecten. Het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven (tegenwoordig het Kenniscentrum van het Vlaams Architectuurinstituut), gehuisvest in deSingel, zette met deSingel een samenwerking op touw voor de ontsluiting van dit materiaal.

Status

  1. Eerste fase: Ontsluiting van het curatorenarchief. (Gerealiseerd)
  2. Tweede fase: Digitalisering van fotonegatieven van fotograaf Jan Kempenaers. (Gerealiseerd)
  3. Derde fase: Ontsluiting van het productiearchief van deSingel. (In opstartfase)

Context

De architectuurwerking van deSingel

De internationale kunstcampus deSingel speelde vanaf de jaren 1980 een belangrijke rol in de uitbouw van een architectuurcultuur in Vlaanderen. Een architectuurprogrammator van deSingel haalde vanaf 1985 binnen- en buitenlandse architecten en tentoonstellingen naar Antwerpen. Grote namen uit de nationale en internationale architectuurwereld passeerden de revue naast jongere architectuurbureaus, met bijvoorbeeld O.M.A./Rem Koolhaas (1985), Luc Deleu (1987), Jonge architecten in België (1988), Léon Stynen (1990-1991), Jean Nouvel (1991), Homeward. Contemporary architecture in Flanders (1999-2000), Toyo Ito (2000), Xaveer De Geyter Architecten (2001), B-Architecten (2004).

Lezingen, publicaties en rondleidingen werden aan deze tentoonstellingen gekoppeld en gaven zo een sterke impuls aan een breder architectuurdebat in Vlaanderen. Het was ook in deSingel dat het Vlaams Architectuurinstituut in 2002 ontstond, dat vandaag samen met deSingel de publiekswerking rond architectuur verderzet. Het VAi is nog steeds gehuisvest in de gebouwen van deSingel en de architectuurtentoonstellingen in huis zijn er vandaag een coproductie van het VAi en deSingel.

Het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven

Het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven (CVAa) is als archievenafdeling van het VAi gehuisvest binnen deSingel en is het landelijk expertisecentrum voor het cultureel erfgoed van het ontwerp van de omgeving, m.n. architectuur, design, stedenbouw en bouwbedrijf. Het CVAa zet verschillende projecten op om dit erfgoed beter te registreren, beheren, onderzoeken en ontsluiten.

Opportuniteiten tot samenwerking

Het CVAa startte vanaf 2013 in samenwerking met andere partijen een aantal projecten op die een licht moesten werpen op de geschiedenis van de architectuur tijdens de laatste dertig jaar in Vlaanderen. Het gaat hier om projecten zoals Generatie 74 (een onderzoek naar toonaangevende Vlaamse architecten die afstudeerden in 1974) en de tentoonstelling De Wonderjaren. 30 jaar architectuur in Vlaanderen, een coproductie tussen het VAi en Cultuurcentrum Knokke-Heist, die opende op 25 oktober 2015.

Tijdens de voorbereiding van deze projecten kwam al snel de belangrijke rol naar voor die deSingel in deze periode had gespeeld. Het archief dat deSingel had gevormd tijdens deze activiteiten, kon dan ook een belangrijke bron zijn om het verhaal van dertig jaar architectuur in Vlaanderen te reconstrueren. Het CVAa stapte daarom naar deSingel met het voorstel dit archief te ontsluiten, wat met veel enthousiasme werd onthaald.

Scopebepaling en planning

Het architectuurarchief bestaat uit twee belangrijke gedeeltes:

  • Het curatorenarchief: Dit bevat het archief van de architectuurprogrammatoren van deSingel: Carolina De Backer, Katrien Vandermarliere en Moritz Kung. Dit archief wordt bewaard in de archiefkelders van deSingel. Naast analoog materiaal, bestaat het archief voor de latere jaren ook uit digitaal materiaal.
  • Het productiearchief: Dit archief werd gevormd door de medewerkers van deSingel die instonden voor het eigenlijke bouwen van de tentoonstellingen. Een deel van dit archief wordt nog steeds bewaard als referentiemateriaal in de kantoren van de productieateliers. De tentoonstellingsstukken zelf (panelen, sokkels…) worden deels bewaard in de archiefkelder van deSingel en deels in het extern depot.

In eerste instantie werd besloten om de focus te leggen op het curatorenarchief. Dit archief bevatte de meest relevante informatie voor de CVAa-projecten en was tegelijk het minst goed ontsloten.

Katrien Vandermarliere, één van de architectuurcuratoren van deSingel, was bovendien nog aanwezig op het VAi, zodat bij twijfel een beroep op haar kennis kon worden gedaan. Zo bleek uit voorafgaande gesprekken met haar dat het om een goed geordend archief zou moeten gaan, met een eenvoudige structuur (m.n. een reeks van projectdossiers), zodat de beschrijving relatief snel kon gaan.