Opening up deSingel’s architecture archives
deSingel, Flanders’ international arts centre, has been organising exhibitions with local and foreign architects, to raise the profile of Flanders’ architectural culture, since the 1980s. The Centre for Flemish Architectural archives (CVAa), which is housed in deSingel’s premises, appreciates the value of this archive for people studying architectural culture in Flanders, so it started collaborating with deSingel to open up its content and make it available online.
Status
- Phase 1: Open up the curators archive. (Completed)
- Phase 2: Digitise photo negatives from photographer Jan Kempenaers. (Completed)
- Phase 3: Open up deSingel’s production archive. (In start-up phase)
Context
deSingel's architecture archives
Context deSingel’s architecture archives Flanders’ international arts centre, deSingel , has played an important role in raising the profile of architectural culture in Flanders since the 1980s, with an architecture programmer from deSingel starting to exhibit local and foreign architects in Antwerp in 1985. Big names from the world of architecture, both national and international, have since appeared alongside younger architectural offices, including: O.M.A./Rem Koolhaas (1985), Luc Deleu (1987), Jonge architecten in België; (1988), Léon Stynen (1990-1991), Jean Nouvel (1991), Homeward. Contemporary architecture in Flanders (1999-2000), Toyo Ito (2000), Xaveer De Geyter Architecten (2001) and B-Architecten (2004).

Lectures, publications and guided tours have been linked to these exhibitions to enhance architectural debate in Flanders. The Flanders Architecture Institute (VAi) was also founded in deSingel in 2002, and still works in deSingel premises to this day. These two organisations work together to co-produce in-house architectural exhibitions and raise the public’s interest further.
The Centre for Flemish Architectural Archives
The Centre for Flemish Architectural Archives The Centre for Flemish Architectural archives (CVAa) , which is the VAi archives department, is also housed at deSingel and is the national cultural heritage expertise centre for environmental design, including architecture, urban planning and construction. It has set up various projects to improve the registration, management, study and unlocking of this heritage.
Opportunities for collaboration
In 2013 the CVAa launched a number of projects, in collaboration with other parties, to look at and showcase Flanders’ architectural history over the last thirty years. This includes projects such as Generation 74 (a study into leading Flemish architects who graduated in 1974) and The Wonder Years exhibition: 30 years of architecture in Flanders, a co-production between the VAi and Knokke-Heist Cultural Centre, which opened on 25 October 2015.
The important role that deSingel has played throughout this period soon became very apparent during the preparations for these projects. The archive that it’s developed to record this heritage could be very significant in reconstructing the story of thirty years of architecture in Flanders. And that’s why the CVAa asked deSingel’s open up this archive – a request which was welcomed very enthusiastically.
Scope determination and planning
Het architectuurarchief bestaat uit twee belangrijke gedeeltes:
- Het curatorenarchief: Dit bevat het archief van de architectuurprogrammatoren van deSingel: Carolina De Backer, Katrien Vandermarliere en Moritz Kung. Dit archief wordt bewaard in de archiefkelders van deSingel. Naast analoog materiaal, bestaat het archief voor de latere jaren ook uit digitaal materiaal.
- Het productiearchief: Dit archief werd gevormd door de medewerkers van deSingel die instonden voor het eigenlijke bouwen van de tentoonstellingen. Een deel van dit archief wordt nog steeds bewaard als referentiemateriaal in de kantoren van de productieateliers. De tentoonstellingsstukken zelf (panelen, sokkels…) worden deels bewaard in de archiefkelder van deSingel en deels in het extern depot.
In eerste instantie werd besloten om de focus te leggen op het curatorenarchief. Dit archief bevatte de meest relevante informatie voor de CVAa-projecten en was tegelijk het minst goed ontsloten.
Katrien Vandermarliere, één van de architectuurcuratoren van deSingel, was bovendien nog aanwezig op het VAi, zodat bij twijfel een beroep op haar kennis kon worden gedaan. Zo bleek uit voorafgaande gesprekken met haar dat het om een goed geordend archief zou moeten gaan, met een eenvoudige structuur (m.n. een reeks van projectdossiers), zodat de beschrijving relatief snel kon gaan.
Ontsluiting van het curatorenarchief
Stageopdracht
Er werd besloten dat dit project uitstekende stof bood voor een stageopdracht. Een stagiair van de opleiding conservatie-restauratie van de Universiteit Antwerpen vatte de opdracht aan onder begeleiding van het CVAa.
Logistiek
Het archief werd in drie bewegingen uit de archiefkelder van deSingel naar een werkruimte bij de VAi/CVAa-lokalen verhuisd. Hier werden de archiefonderdelen beschreven en indien nodig herverpakt. De stagiair zat dicht bij de medewerkers van het CVAa zodat deze bij vragen steeds op hen een beroep kon doen.
Beschrijvingsmethodiek
Voor een optimale ontsluiting werd uitgegaan van een eenvoudig model, waarbij het archief voornamelijk wordt ontsloten aan de hand van gegevens over de producties (tentoonstellingen, lezingen, debatavonden…). Producties moeten kunnen worden gevonden aan de hand van titel, datum, deelnemende architect(en) en scenograaf. Vanuit de productie wordt de gebruiker vervolgens doorverwezen naar relevante archiefbestanddelen, zoals het productiedossier of een reeks speeches.
Een inventaris in Excel
Dit eenvoudige model resulteerde in een Excel met twee tabellen. Eén voor de registratie van de producties en één voor de registratie van archiefbestanddelen. Bij de invulling van de Excel werd zoveel mogelijk rekening gehouden met standaarden en andere afspraken, zoals:
- Het volgen van ISAD(G) voor de beschrijving van archiefbestanddelen. (Voor ISAD(G), zie de tool Maak een beschrijving)
- Het noteren van datums conform de ISO 8601-norm.
- Eenvoudige afspraken zoals het consequent scheiden van meerdere waarden in één cel met een kommapunt. (Zie bijlage als voorbeeld:
Het rigoureus volgen van deze afspraken leidt ertoe dat de inventaris eenvormig is en gegevens in de toekomst eenvoudig kunnen worden hergebruikt in andere toepassingen, zoals archiefbeschrijvingssystemen, zonder dat hiervoor extra verwerkingstijd nodig is.
Een klassieke inventaris
In een laatste instantie werden de bekomen archiefrecords beschreven zoals een klassieke inventaris. Eenmaal de reeksen en productiedossiers waren geïdentificeerd en beschreven kon op relatief eenvoudige wijze een structuur voor deze klassieke inventaris worden uitgetekend:
Verwerking van het digitaal archief
Katrien Vandermarliere wees op het bestaan van een relatief beperkte hoeveelheid digitaal materiaal dat behoorde tot het archief en waartoe zij beschikking had. Er werd bewust voor gekozen om deze digitale bestanden pas te verwerken nadat het analoge archief was aangepakt. Op die manier konden de bestanden in het digitale archief, dat minder volledig was, sneller worden geplaatst.
Net als het analoge archief bevond het digitale archief zich in bijzonder goed geordende staat, zodat dossiers en reeksen eenvoudig konden worden geïdentificeerd. De mappenstructuur behoefde weinig veranderingen, op enkele acties voor stroomlijning na, zoals het aanpassen van bestands- en mapnamen (verwijderen van komma’s en leestekens) en een heldere opdeling tussen interne en externe taken.
De bestanden werden vervolgens verpakt volgens de bagIt-specificatie. Hiervoor en voor de hernoeming van de bestanden werd de tool UGent SIP Creator gebruikt.
Digitale productiedossiers werden gekoppeld aan de beschrijving in de inventaris in Excel. Hiervoor werd een extra kolom aangemaakt (zie de bijlage voor een voorbeeld). Voor digitale bestanden die geen analoog equivalent hadden, werd een aparte beschrijving aangemaakt.
Online ontsluiting in de Databank Architectuurarchieven
Als laatste actie werd het archief online geregistreerd in de Databank Architectuurarchieven. De Databank Architectuurarchieven wordt onderhouden door het CVAa en bevat gegevens over organisaties, personen, publicaties, archieven en gebeurtenissen m.b.t. architectuur, stedenbouw, design en de bouwindustrie. Archieven in de databank worden rechtstreeks geregistreerd in Archiefbank Vlaanderen. (Zie de tool Registreren in Archiefbank Vlaanderen)
Daarnaast werd iedere productie van deSingel ingevoerd als aparte gebeurtenis. Deze werden gekoppeld aan de nieuwe archieffiche, maar ook aan de fiches van de relevante architecten die reeds in de databank werden geregistreerd. Op die manier is het archief online ontsloten voor het publiek via drie wegen: het archief zelf, de productie en de deelnemende architect.
Bevindingen en resultaten
Het archief voldeed aan de verwachtingen en bevond zich in een goed geordende staat. Dit betekende een enorm voordeel om het archief snel, binnen het kader van een stage, te beschrijven, zonder dat er veel voorafgaand onderzoek nodig was.
DeSingel had reeds eerder enkele initiatieven genomen om zijn geschiedenis te documenteren, wat erg goed van pas kwam om het archief te ordenen. Zo hield deSingel een online overzicht bij van afgelopen architectuurtentoonstellingen op de website. Tot slot was er met de aanwezigheid van Katrien Vandermarliere een unieke en waardevolle bron van informatie uit de eerste hand ter beschikking.
DeSingel en het CVAa hebben met de inventarisatie zicht gekregen op de inhoud van het archief. Hierdoor kan de waarde van het archief beter worden ingeschat en kan er gericht opzoekwerk worden gedaan. Dit betekende onder meer voor het CVAa een grote hulp bij de uitvoering van de hierboven vermelde projecten. Bovendien konden er tijdens het proces producties worden geïdentificeerd die niet in het online overzicht van deSingel waren opgenomen. Dit gold in het bijzonder voor kleinschalige lezingen over architectuur.
De samenwerking betekende een springplank voor andere nevenprojecten. Zo werd deSingel via VAi/CVAa in contact gebracht met fotograaf Jan Kempenaers. Deze bekende fotograaf fotografeerde verschillende architectuurtentoonstellingen in deSingel en bezat een collectie fotonegatieven van de periode 2001 tot 2004. DeSingel kwam met Jan Kempenaers overeen om de collectie in te scannen voor eigen gebruik en zodoende de tentoonstellingen vollediger te documenteren.
Met de herverpakking van het archiefmateriaal werd ten slotte een aanzienlijke plaatswinst in de archiefkelder van deSingel gerealiseerd, aangezien de archiefdozen beter werden opgevuld.
Auteursvermelding
Gebaseerd op een tekst van Wim Lowet (Vlaams Architectuurinstituut)


